De etiketten van Chateau Mouton Rothschild, “1990”

Chateau Mouton Rothschild 1990

Chateau Mouton Rothschild klopte voor het 1990 etiket aan bij Britse expressionistische kunstschilder Francis Bacon.

Francis BaconFrancis Bacon werd op 28 oktober 1909 geboren in Dublin als de zoon van een voormalig Brits legerofficier die zijn geld verdiende met het fokken van racepaarden. Het gezin Bacon had naast Francis nog twee zonen en een dochter. Francis werd genoemd naar een verre voorvader van de familie: de 17e-eeuwse filosoof Francis Bacon.

Francis’ jeugd verliep ongelukkig en dat zou meteen het karakter van al zijn latere schilderijen bepalen. Vader Bacon was een autoritair man die zijn zoon vaak sloeg en zijn moeder leidde een teruggetrokken en zwijgzaam bestaan. De andere twee zonen overleden al in hun kindertijd waardoor vader Bacon al zijn aandacht op de jonge Francis ging vestigen. Vader hoopte dat zijn zoon legerofficier zou worden, maar Francis zelf dacht daar heel anders over.

Hij was een dromer die het liefst liep te fantaseren in plaats van sporten. Ook leed hij aan astma, waardoor hij allergisch voor paarden was (paardrijden was in die tijd een vereiste voor een officier). De reeds broze band tussen vader en zoon verslechterde toen Francis tegen zijn vader vertelde dat hij homoseksueel was en dat hij kunstenaar wilde worden. Vader wilde geen contact meer met hem en nadat hij zijn zoon op een dag voor de spiegel, gehuld in moeders ondergoed, had betrapt, schopte hij hem het huis uit.

Vanaf 1925 zwierf Bacon door Engeland waar hij zich in leven wist te houden met winkeldiefstal en de 3 pond die zijn moeder hem iedere week opstuurde. Tijdens een van zijn vele omzwervingen ontmoette hij Harcourt Smith, een voormalige legerofficier en een vriend van zijn vader. Bacon kreeg een relatie met deze Harcourt Smith en jaren later zou Bacon zeggen dat zijn vader Harcourt Smith bewust op zijn zoon heeft afgestuurd om hem van de ondergang te redden. Kennelijk hield zijn vader dus meer van hem dan hij zelf dacht.

Francis BaconHarcourt Smith gaf Bacon onderdak, steunde hem financieel en betaalde zijn tekenlessen. Samen met Smith vertrok Bacon in 1927 naar Berlijn. Hier volgde Bacon een opleiding tot binnenhuisarchitect waarna hij meubels ging maken in de stijl van de Franse ontwerper Le Corbusier. Kort hierna liep de relatie tussen Francis en Harcourt op de klippen. Francis begon zijn relaties als geldschieters te gebruiken en wist zodoende een financieel onafhankelijk kunstenaar te worden.

Zodoende kwam Bacon in 1928 terecht in Frankrijk waar hij in de stad Chantilly een atelier betrok om daar zijn meubels te maken. In deze stad zag hij het schilderij dat zijn leven veranderde: in het Chateau de Chantilly hing het beroemde schilderij ‘Le Massacre des innocents’ van Nicolas Poussin. Bacon was zo diep geschokt van het emotionele en gewelddadige schilderij dat hij zijn architectonische ambities opgaf om kunstschilder te worden. Niet veel later bezocht hij Parijs waar hij een tentoonstelling met tekeningen van Picasso zag. Hier kwam hij voor het eerst in aanraking met de zogenoemde biomorfische figuren.

Dit zijn portretten van personen waarbij het lichaam en het gezicht zijn misvormd om een betere indruk van de psychische en emotionele gesteldheid te geven. Volgens Bacon was dit de toekomst van de schilderkunst: een schilder moet niet de realiteit proberen na te bootsen, want die taak heeft de fotografie al overgenomen. Een kunstenaar moet gevoelens in beelden uitdrukken. Dat geeft een schilderij meerwaarde boven een foto.

In 1929 keerde Bacon terug naar Engeland waar hij zich fulltime stortte op het schilderen. Door gebrek aan financiële middelen moest Bacon zich beperken tot het maken van aquarellen op papier. Bacon weigerde de kunstacademie te volgen, omdat hij geloofde dat je op een academie alleen maar leerde wat de docent zelf mooi vond. De beste manier om het te leren was door het gewoon te doen.

Francis BaconPas vanaf 1931 begon Bacon met het schilderen met olieverf. In deze tijd trok hij in bij Jessica Lightfoot. Lightfoot was vroeger de nanny van huize Bacon geweest en ze had de jonge Francis grotendeels opgevoed. Francis zag Lightfoot als zijn moeder en zij gaf hem een gevoel van bescherming en zekerheid, hetgeen hij hard nodig had in zijn chaotische leven. Er ontstond een unieke en merkwaardige vriendschap tussen hen en tot aan haar dood, in 1951, woonden de twee samen.

De schilderscarrière van Bacon verliep uiterst moeizaam. Bacon slaagde er niet in om ook maar één schilderij te verkopen en zelf was hij over veel van zijn werken ook ontevreden. Ieder schilderij dat Bacon niet beviel, vernietigde hij meteen. Er zijn dan ook nauwelijks schilderijen overgebleven uit deze periode.

In 1933 raakte Bacon gefascineerd door het thema kruisiging. Hoewel Bacon een overtuigd atheïst was, geloofde hij dat de kruisiging het ultieme symbool van het menselijke lijden en de zinloosheid van het leven was. Bacon maakte een schilderij van een vreemd wezen dat aan een kruis hing, tegen een pikzwarte achtergrond. Het wezen is wit van kleur en de huid is zo doorzichtig dat de botten er doorheen zichtbaar zijn. Bacon slaagde erin het schilderij te verkopen aan een kunsthandelaar die het werk in een boek afdrukte naast een schilderij van Picasso. Dit boek werd gelezen door de invloedrijke verzamelaar Sir Michael Sadler, die het schilderij meteen kocht en de schilder een opmerkelijke opdracht gaf: Bacon moest een röntgenfoto van Sadler’s schedel naschilderen. De kruisiging en het portret zorgden ervoor dat Bacon de aandacht van kunstkringen wist te trekken.

Zo snel als hij in de spotlight stond, zo snel was hij er weer uit. In 1935 probeerde Bacon deel te nemen aan een tentoonstelling voor surrealistische schilders, maar zijn werk werd geweigerd omdat het niet specifiek surrealistisch zou zijn. Hierop besloot Bacon zelf maar een expositie te organiseren, maar deze werd weggehoond door de kritiek. Hevig teleurgesteld besloot Bacon opnieuw alles te vernietigen. Nadat Bacon’s complete oeuvre verloren was gegaan, daalde zijn productiviteit tot een minimum en hij ging verloren in een wereld van drank en gokken.

Pas vanaf 1938 begon Bacon weer langzaam met schilderen. Dit kwam vooral door zijn relatie met Eric Hall, een machtige kunsthandelaar die – ondanks zijn huwelijk en kinderen – openlijk homoseksueel was. Eric Hall kocht schilderijen van Bacon en gaf die aan andere kunsthandelaren, waardoor de naam van Bacon al snel weer een begrip werd in de kunstenaarswereld. In de jaren 40 nam de populariteit van Bacon ook bij particulieren enorm toe, wat vooral toe te schrijven is aan de Tweede Wereldoorlog. Veel mensen zagen in de schilderijen van Bacon een afspiegeling van de onzekere en gewelddadige tijden. In 1943 raakte hij bevriend met de beroemde schilder Lucian Freud, die lange tijd de beste vriend van Bacon zou blijven.

In 1944 maakte Bacon het schilderij dat hem in een klap wereldberoemd zou maken. Bacon noemde het schilderij zelf: ‘mijn ultieme meesterwerk’. Vreemd genoeg is “Three Studies” helemaal geen schilderij, maar een voorstudie. Bacon liep namelijk rond met het idee om een enorm kruisigingsschilderij te maken. Aan de voet van het kruis zouden agressieve wezens komen te staan die de gekruisigde zouden uitlachen. Bacon zat te denken over het uiterlijk van de wezens toen hij het Griekse mythologische boek Oresteia onder ogen kreeg, waarin de Euminides voorkomen. Dit zijn een soort wraakgodinnen. Tijdens het lezen van het boek zag Bacon ineens de beelden van afschuwelijke grijze wezens in zijn hoofd. Om te voorkomen dat hij deze beelden zou vergeten, schilderde hij razendsnel drie wezens op drie hardboard platen. Eric Hall bezocht zijn atelier en zag de drie impulsief geschilderde monsters, waarna hij meteen aanbood om het te kopen. Hall schonk de werken vervolgens als één drieluik aan de Tate Gallery.

Francis Bacon

Volledig onverwacht oogstte “Three Studies” enorm veel lof en zorgde het schilderij voor een sensatie. De echte kruisiging heeft Bacon nooit geschilderd, waardoor de drie voorstudies als één drieluik een eigen leven zijn gaan leiden. Het uitbrengen van “Three Studies” was het belangrijkste moment uit Bacon’s carrière. Voor het eerst had hij nu een werk afgeleverd dat niet in de schaduw stond van Picasso en voor het eerst had hij nu een duidelijke eigen stijl laten zien. Na een jarenlange worsteling had hij eindelijk zijn artistieke identiteit gevonden. De combinatie van een snelle, losse en energieke schilderstijl met een angstaanjagende voorstelling, zou na “Three Studies” in alle schilderijen van Bacon voorkomen.

In 1946 nam Bacon deel aan een groepstentoonstelling en hij kreeg voor het eerst in zijn leven lovende recensies. Bacon verkocht daar, voor een aanzienlijk hoog bedrag, het doek (Study for Figure II) aan de Contemporary Art Society, waarna hij een van de grootste namen in de kunstwereld was. De onverwacht grote bewondering voor zijn werk had Bacon niet alleen te danken aan het vinden van zijn artistieke identiteit, maar nog meer aan het veranderen van de tijdgeest. Na de oorlog had iedereen een hekel gekregen aan de traditionele schildertechnieken en het experimenteel schilderen vierde hoogtij. Snel, dynamisch en psychologisch waren de sleutelwoorden van de moderne schilderkunst en Bacon’s werk paste naadloos tussen het abstract expressionisme en de Cobrabeweging, de twee stromingen die de kunstwereld domineerden.

Francis BaconIn 1950 zag Bacon in een oud schoolboek het portret Innocentius X van Velázquez staan. Hij raakte totaal geobsedeerd door dit portret, omdat de paus (de ultieme autoriteit) op een onzekere en twijfelende manier werd afgebeeld. Volgens Bacon had Velázquez hiermee het ultieme doel van iedere kunstschilder bereikt, namelijk de onderhuidse psyche van een persoon afbeelden. Bacon begon meteen een hele reeks schilderijen te maken waarin hij het portret van Innocentius steeds verder psychisch ontleedde. Volgens hem zaten er in het zeer realistisch geschilderde schilderij van Velázquez talloze psychische zwakheden van Innocentius verborgen. Bacon probeerde iedere zwakheid in een schilderij nog explicieter af te beelden, wat resulteerde in meer dan 15 schilderijen over paus Innocentius.

In deze zelfde periode begon Bacon aan een reeks schilderijen waarin hij de psyche van Vincent van Gogh probeerde te ontleden. Hij nam een aantal beroemde werken van Van Gogh en schilderde deze na in een veel extremere versie.

Tussen de Pausen en de Van Gogh-variaties door, maakte Bacon ook een aantal portretten van apen waarmee hij wilde aantonen dat mensen vrijwel niet verschillen van dieren.

Hoewel de schilderijen al vanaf eind jaren 40 enorm veel geld opbrachten en vrijwel ieder schilderij bij voorbaat al verkocht was, had dit geen enkele invloed op Bacon’s levensstijl. In 1949 ging hij samen met Jessica Lightfoot in een sober appartement in Monte Carlo wonen. Terwijl de hoogbejaarde Lightfoot zat te breien op het balkon, ging Bacon in de casino’s zichzelf te buiten aan gokken en drank. Vrijwel al het geld dat hij verdiende, werd meteen weer uitgegeven en dus bleef hij in armoede leven. De armoede was zelfs zo erg dat hij uit noodzaak op de ongeprepareerde achterkant van gebruikte doeken moest schilderen.

Francis BaconHet schilderen op ongeprepareerde doeken werd al snel zijn handelsmerk en Bacon zou sindsdien alles op ongeprepareerde doeken maken….. Ook het vernietigen van doeken had hij nog steeds niet afgeleerd. Zodra een schilderij hem niet beviel, vernietigde hij het, ongeacht de enorme prijs die verzamelaars hem boden om het doek te kopen.

Vanaf eind jaren 50 werd Bacon regelmatig geïnterviewd door de Britse kunstjournalist David Sylvester. De talloze interviews, die door de jaren heen waren afgenomen, gaven een goed beeld van het excentrieke karakter van de schilder. Beroemd en berucht zijn de foto’s die Sylvester nam van Bacon’s extreem rommelige en smerige atelier. De vloer lag bezaaid met afval en de muren, die Bacon als palet gebruikte, zaten onder de verfklodders.
Halverwege de jaren 60 veranderden de onderwerpen in Bacon’s oeuvre. De kruisiging, wilde dieren, pausportretten, kadavers en Van Gogh-studies, werden vervangen door portretten van dierbaren en kennissen uit Bacon’s eigen omgeving. Ook begon hij te werken aan een reeks drieluiken waarin hij gebeurtenissen uit zijn eigen leven verwerkte.

Een belangrijke ontwikkeling in zijn leven was de relatie met George Dyer. Bacon leerde hem in 1963 kennen en hij zou zijn partner blijven tot 1971. Dyer kon de extravagante levensstijl – met veel drank – van Bacon niet aan en hij pleegde zelfmoord op de vooravond van Bacon’s tentoonstelling in het Grand Palais in Parijs. Om het overlijden van Dyer te verwerken, maakte Bacon een aantal drieluiken waarin hij de dood van zijn vriend beschreef.

Vanaf de jaren 80 verandert Bacons schilderstijl drastisch. De ruwe agressieve penseelstreken en een onduidelijke schilderstijl wordt vervangen door een fijnere schilderstijl, waarbij Bacon zich steeds meer gaat richten op een realistische schildertechniek. Ook worden de kleuren zachter en beter gecombineerd.
Bacon overlijdt in 1992 op 82-jarige leeftijd in Madrid aan een hartinfarct. Deze hoge leeftijd is voor iemand met zo’n flamboyante levensstijl (drank, gokken, depressies) ronduit opvallend te noemen.

Hier een video van zijn werk…

De wijn

Een erg goed wijnjaar.

Francis Bacon

Chateau Mouton Rothschild 1990 (wat Chateau Mouton Rothschild er zelf van vindt….)

De wijn heeft een mooie kleur, dicht en ondoorzichtig, met een bakstenen tint aan de rand. De neus is rijk en ruim, een vermenging van facetten van humus, pruim, kirsch met de geroosterde aroma’s van nog vrij prominent eiken. Het eikenhout is prominent op de tong, maar de tannines zijn goed geïntegreerd en de structuur elegant, versterkt door noten van klein wild, wierook en toast. Een verfijnde en aangename afdronk onthult de delicate charme van een vintage die goed kan rijpen.

Proef smakelijkkk….
Chris

Reageren? Mail naar me.

Je kan ons ook volgen op Facebook, Twitter of Google+ en je hoeft niets te missen!