De etiketten van Chateau Mouton Rothschild, “1985”

Voor het etiket van de Chateau Mouton Rothschild van het jaar 1985 werd Paul Delvaux gevraagd….

Paul Delvaux werd geboren op 23 september 1897 in Antheit, België. Hij was een Waals-Belgische kunstschilder. Hij werd vaak ondergebracht bij het Belgische surrealisme, maar aanvaardde deze verwijzing niet. Hij vond deze interpretatie van zijn werk te eng, te formalistisch en vooral te oppervlakkig. Hij wilde gewoon “een poëtisch realisme” creëren en daarin bereikte hij een ongekende hoogte en internationale bekendheid.

Zijn vader was advocaat te Brussel en de jonge Paul was voorbestemd voor de architectuur. Hij volgde daartoe de Brusselse Academie, maar kreeg tezelfdertijd een opleiding in het schildersatelier van Constant Montald, net als zijn tijdgenoot René Magritte.

Hij werd voor het eerst opgenomen in een groepsexpositie bij “Le Sillon”, in 1924. Hij werkte enige jaren in de omgeving van Bosvoorde, naar een permekiaans-expressionistische weergave. Op de “Foire du Midi” te Brussel in 1932 kreeg hij de schok die zijn kunst verder zou bepalen, bij zijn bezoek aan het rariteitenkabinet in het “Musée Spitzner”. In 1934, bij zijn kennismaking met het werk uit 1926 van Giorgio de Chirico, op de Minotaurus-expositie, onderging zijn stijl een beslissende ommekeer: de poëet Delvaux stak van wal.

Op 1 januari 1933 stierf zijn moeder, die “zijn eerste liefde” (zijn “Tam”) nooit had aanvaard. Datzelfde jaar vernietigde hij meer dan 100 van zijn vroegste werken. Hoewel niet bepaald opgetogen over de surrealistische schilderijen van Magritte, stelden beide meesters in 1936 toch gelijktijdig ten toon in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten. Hier bleek al duidelijk dat Delvaux zijn eigen weg ging, naar het poëtische toe, wel met surrealistische onwaarschijnlijkheden.

Zijn vader stierf in 1937. In dat jaar trouwde hij met Suzanne Purnal. Het huwelijk werd echter een emotioneel fiasco. Ontgoocheling en eenzaamheid werden een zodanige bron van inspiratie, dat hij in deze periode zijn allerbeste werk creëerde. 1938 werd een uitzonderlijk vruchtbaar jaar. Hij exposeerde op de “Exposition Internationale du Surréalisme”, georganiseerd door Marcel Duchamp, te Parijs in januari. In juni was hij op eenzelfde tentoonstelling te Amsterdam, ditmaal georganiseerd door André Breton en Paul Eluard. Te Londen was hij te zien in de London Gallery van Edouard Mesens. Hij ontving nog de Prix de l’Académie Picard en reisde voor het eerst naar Italië.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog weigerde hij te exposeren. In de winter van 1944-45 kreeg hij, in het Paleis voor Schone Kunsten, zijn eerste grote retrospectieve. De Belgische cineast Henri Storck maakte de film “Le monde de Paul Delvaux”. In 1947 ontmoette hij te Sint-Idesbald opnieuw en totaal onverwacht zijn eerste geliefde Anne-Marie De Martelaere, zijn “Tam”. Hierop verliet hij zijn vrouw. Hij huwde Tam tenslotte op 25 oktober 1952.

Hij werd professor aan de “Ecole Nationale de la Cambre” te Brussel in 1950 en realiseerde in 1952 het muurfresco in de Kursaal van Oostende. In 1954 nam hij deel aan de XXVIIste Biënnale van Venetië. De Italiaanse Reggio Emilia-prijs viel hem te beurt in 1955. In 1956 reisde hij naar Griekenland, het land van zijn zo vaak geschilderde tempelgalerijen. Op 5 juli werd hij opgenomen in de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.
10 jaar later ontving hij de Belgische Staatsprijs voor zijn gezamenlijk kunstwerk en werd hij benoemd tot Voorzitter van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Vanaf 1966 woonde hij al de helft van het jaar in het Park te Veurne. Henri Storck realiseerde in 1971 een nieuwe film: “Paul Delvaux ou les femmes défendues”, ditmaal naar een draaiboek van René Micha.

De Franse Académie beloonde hem als “Officier de l’Ordre des Arts et des Lettres de France” in 1972.

In 1973 ontving hij de Rembrandt-prijs van de Johann Wolfgang von Goethe-Stiftung te Bazel. Tezelfdertijd organiseerde het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam zijn grote overzichtstentoonstelling. Deze expositie werd hernomen, het jaar daarop, in Japan, in de Nationale Musea van Tokio en van Kioto. In het Beurs-metrostation, te Brussel, maakte hij de monumentale wandschildering, in 1978. Dat jaar werd hij ook ereburger van de stad Veurne.

De Brusselse Université Libre nam Paul Delvaux op als Doctor Honoris Causa in 1979. De Amerikaanse pop-kunstenaar Andy Warhol ontmoette Delvaux te Brussel, in 1981, en maakte een reeks portretten van de schilder.

Op 26 juni 1982 werd te Sint-Idesbald het Paul Delvaux Museum geopend. In de 10 jaar voor zijn dood volgden nog exposities in Parijs, Ferrara, München, Tokio, Osaka, Yokohama en Himeji.

De iconografie van het werk van Delvaux waaraan hij zijn bekendheid ontleent, valt moeilijk te doorgronden. Niet alleen omdat de schilder zich in dat opzicht zelden expliciet heeft uitgelaten over de door hem gebruikte motieven, maar ook omdat deze dan nog voor velerlei uitlegbaar blijven. Vrouwelijke naakten met grote droomogen, menselijke skeletten, ouderwetse treinen en wagons, stations en klassiek aandoende gebouwen zijn wel de voornaamste elementen van zijn gebruikte beeldentaal. Na verloop van tijd werden ongebruikelijke combinaties als bijvoorbeeld elektriciteitspalen tussen Griekse tempels niettemin gemeengoed als deel van een droomwereld, die ondanks haar uitgesproken naturalistische karakter uitermate vervreemdend aandeed.

Museum Paul Delvaux

Het museum Paul Delvaux, dat gevestigd is aan de Paul Delvauxlaan 42 te Koksijde werd in 1982 geopend door de in 1979 opgerichte stichting Paul Delvaux. In de twee grote ondergrondse zalen kan de bezoeker de grote doeken van Delvaux van op voldoende afstand bekijken en kennis maken met talrijke voorwerpen die aan de kunstenaar toebehoord hebben. Het museum bezit de belangrijkste verzameling schilderijen, tekeningen en prenten van Delvaux, alsook vele objecten die de schilder en zijn echtgenote aan de stichting hebben gelegateerd.
Op 20 juli 1994 overleed Delvaux in Veurne, België.

Hier een indruk van zijn werk….

De wijn

Een goed wijnjaar voor de Bordeaux…..

Chateau Mouton Rothschild 1985 wat zijzelf ervan vinden….

“De wijn heeft een aantrekkelijke, intense robijnrode kleur met een rood-oranje tint en een neus van aanzienlijke aromatische intensiteit waarop prachtige jammy fruit (braam, blauwe bosbes, zwarte bes) zich vermengt met noten van vanille, wierook, kaneel en geroosterde koffie.
Rond en glad op de tong met een fijne textuur over mooi afgeronde, goed geïntegreerde tannines, Mooie ontwikkelde en een stijlvolle mid-palate op geroosterde noten van karamel, biscuit, kruiden en chocolade.
De krachtige afdronk, weelderig, lang en vol, onthult alle vrijgevigheid, elegantie en evenwicht van deze zeer mooie vintage.”

Moet ik nog meer zeggen….

Proef smakelijkkk…
Chris

Reageren? Mail naar me.

Je kan ons ook volgen op Facebook, Twitter of Google+ en je hoeft niets te missen!