Zo links en rechts hoorde ik verhalen van collega’s die op wijnreis gaan. Dat het naast zeer leuk, ook erg belangrijk is voor de eigen educatie. Want alles wat je met eigen ogen ziet, leeft! Plus dat de cursist het vaak een welkome afwisseling vindt om anekdotes te horen uit het behandelende wijngebied.
Maar ja, welk land en welk gebied? Er zijn (nog) zoveel landen waar ik naartoe móet! Maar aangezien ik heel graag een kijkje wilde nemen in een goede kuiperij (=daar waar de houten vaten gemaakt worden om de wijn in te laten rijpen), werd het St. Emilion in Frankrijk. Gezelschapsmens dat ik ben, hoef ik dit niet alleen te doen. Een van mijn cursisten wilde graag mee. Gelukkig! Want het is toch veel leuker om dit te kunnen delen met iemand?
De datum werd geprikt (okt.), vliegtickets, B&B en de huurauto werden geboekt en er werd gemaild met de wijnleveranciers voor bezoekafspraken met enkele wijnboeren. Natuurlijk moest ook de kuiperij worden gemaild of wij bij hun mochten komen kijken. Ik had van hun geen duidelijk nee gehoord, dus ik nam aan dat alles geregeld was.
Bij aankomst was het prachtig weer en die zon is tijdens ons verblijf niet meer weggegaan. Na enige strubbelingen met de huurauto (Ik heb gezworen dit niet te bloggen, sorry. Maar neem van mij aan, het was best een beetje komisch!) konden we onze TomTom instellen op Fronsac, om een bezoek te brengen aan Château de La Rivière. We hadden daar pas om half 5 een afspraak staan, dus nog ruim twee uur de tijd om onderweg ‘op zijn Frans’ even te lunchen: salade, stokbroodje, glas cola-light 😉
Best vervelend dat er in de kleine dorpen van Frankrijk weinig tot geen straatbordjes te vinden zijn. Het duurde daarom even voordat we Château de La Rivière gevonden hadden. Maar het was het zoeken dubbel en dwars waard. Een prachtige grote witte poort met een oprijlaan waar menig BN-er jaloers op zou zijn. En aan de achterkant uitzicht op een diep dal en om het hele Château heen wijnranken.
Het wijnhuis is onderdeel van Vignobles Gregoires en is een familiebedrijf. Vader James Gregoire staat aan het hoofd van Château de La Rivière (Appellation Fronsac), zijn zonen Cyrille en Nicolas leidden respectievelijk Château Bois Noir (Bordeaux Supérieur) en Château Puynard (Blaye-Côtes de Bordeaux).
Wij werden deze middag door Tina rondgeleid over het 60 ha tellende landgoed. Wij mochten kijken in de diepe kelders van het Château, waar prachtige, lange gangen vol liggen met wijnflessen van uiteenlopende jaren (1967) en maten. Ja, ook een Nabuchodonosor met een inhoud van 15 liter! Ook liggen de houten vaten (=barriques) hier te genieten van hun rust en krijgt de daarin liggende wijn de tijd om te rijpen. De kelders zijn vervaardigd van kalksteen welke een positieve werking heeft op de temperatuur, deze blijft namelijk constant.
Ook vertelde Tina dat het Château een thuisbasis was voor de spionnen tijdens WO2. De deur van de ingang van de wijnkelder was expres volgroeid met bladeren, struiken en bloemen, zodat de Duitsers deze ingang niet konden vinden.
Na een bezoek aan het ‘Bains des Dames’, waar overigens helemaal geen “bommetje” in gemaakt kon worden, de fotoshoot van het uitzicht en het Château mochten wij aanschuiven in het proeflokaal. Hier proefden we de Rosé en de Clairet van Château de La Rivière naast elkaar, beide uit het jaar 2011. Het verschil tussen deze twee is dat de schillen van de Clairet langer in contact blijven met de most. Hij bevat dus meer kleur en tannine. Simpel gezegd heeft de rosé veel fruittonen en is makkelijker drinkbaar, de Clairet is voller van smaak en heerlijk bij de maaltijd.
Daarna was de Source de La Rivière 2011 aan de beurt. Deze is gemaakt van 95% merlot en 5% cabernet sauvignon. Deze wijn komt, in tegenstelling tot La Rivière, zonder houtlagering op de markt. Hij heeft een prachtige geur en smaak van rood fruit en zachte tannine en zuren.
Vervolgens proefden we dé Château de La Rivière 2006, gemaakt van overwegend merlot, aangevuld met een klein beetje cabernet sauvignon, cabernet franc en malbec. De wijn heeft 15 maanden op hout gerijpt en dat komt heel mooi in de vorm van vanille terug in de wijn. Tannine, fruit en zuur zijn perfect in balans en de wijn heeft een volle en rijpe smaak. Hierna waren enkele wijnen van James zonen aan de beurt, maar eerlijk is eerlijk, deze konden niet meer tippen aan de smaak van Château de La Rivière 2006.
Na deze geweldige middag gingen wij op zoek naar onze B&B ‘La Petite Madeleine’. Had ik al verteld dat de straatbordjes ontbreken in de kleinere dorpen van Frankrijk…? Maar gelukkig vonden we het, nadat we het juiste plaatsje in de TomTom zette (sindsdien ben ik niet meer blond…).
We hadden voor het diner een reservering laten maken bij het op loopafstand gelegen Château Candale. Frans-Engels is best lastig te begrijpen en natuurlijk waren wij ook veel te ongeduldig, zodat wij niet goed luisterden naar de uitleg hoe wij er konden komen. Er werd ons een zaklantaarn in de handen gedrukt en wij knikten schaapachtig: ‘Qui’ op de vraag of wij het zouden redden. Waarin dit resulteerde? Smerige baggerschoenen, omdat wij tussen de wijnranken door banjerden naar Chateau Candale en ontzettend veel lol!
Volgende keer blog ik verder over deze heerlijke wijnreis. Lees je dan ook weer mee?
Margret Weijers
(Vinoloog; wijndocent; http://www.smaakvermaak.nl)