Het werk in de wijngaard gaat verder, ook vlak na de oogst. Met gevaar voor eigen vingers….
November 2013, de herfst doet haar intrede, met wind en koude nachten. De bladeren dwarrelen naar beneden. De wijnstokken worden ontdaan van hun bontgekleurde kleed.
Ingepakt als voor de winter in Nederland treed ik, uitgerust met een knipmes, het veld binnen.
Toen ik me in Zuid-Frankrijk vestigde, deed ik mijn zelfgebreide truien kado aan vriendinnen, vergezeld van een “die heb ik voortaan niet meer nodig”.
Daar kwam ik snel op terug. Al zijn hier veel meer zonne-uren, ik had me verkeken op de koude nachten. We wonen op 250 meter boven zeeniveau en dat is tot halverwege de ochtend te voelen.
Daarna heeft de zon de overhand. En ’s middags -met soms 15 graden- kan de trui weer uit.
Ingepakt als voor de winter in Nederland treed ik, uitgerust met een knipmes, het veld binnen.
Toen ik me in Zuid-Frankrijk vestigde, deed ik mijn zelfgebreide truien kado aan vriendinnen, vergezeld van een “die heb ik voortaan niet meer nodig”.
Daar kwam ik snel op terug. Al zijn hier veel meer zonne-uren, ik had me verkeken op de koude nachten. We wonen op 250 meter boven zeeniveau en dat is tot halverwege de ochtend te voelen.
Daarna heeft de zon de overhand. En ’s middags -met soms 15 graden- kan de trui weer uit.
Ik begin in een veld Carignan. Ik snoei voor. Mijn partner snoeit de stokken vervolgens in model. Snoeien, dat bepaalt de oogst voor het volgend jaar.
Voorsnoeien, dat vergemakkelijkt het snoeiwerk. Al die twijgen zitten niet meer in de weg.
Een druivenstok bestaat uit twee delen, een onderstok (die afgestemd is op de bodemsoort) en daarop is een bovenstok geënt, het druivenras. Alleen de bovenstok draagt vrucht.
De twijgen uit de onderstok groeien dus niet. Die worden “Amerikanen” of ook wel “gourmands “(smulpapen) genoemd.
De term Amerikanen heeft niets te maken met de Franse politieke visie op hun mondiale rol.
De term grijpt terug naar eind 1900, toen een ziekte (phylloxera) de druivenstokken deed sterven. Er bestond geen remedie tegen. Velden werden gerooid en opnieuw aangepland met onderstokken die uit Amerika kwamen. Deze nazaten van uit Frankrijk afkomstige stokken waren wel bestand tegen die ziekte.
Secuur knip ik de (boven)twijgen tot 25 cm terug. Voor de zijscheuten ga ik door de knieën en knip ze glad op de stam weg. Laat je een stukje hout zitten, zelfs minder dan een centimeter, dan heb je daar volgend jaar twee Amerikanen voor in de plaats. Een weelderige variant van een liaan, die zich onder je voeten uitspreidt en in één jaar lengtes van vier meter kan bereiken.
Ik ben zo’n beetje de enige hier die tijdens het voorsnoeien door de knieën gaat. Maar met de jaren heb ik de invasie van de Amerikanen weten te beteugelen.
Voorsnoeien is ouderwets geworden met de komst van de elektrische snoeischaar.
De traditionele snoeischaar houd je met beide handen vast, net als een heggenschaar.
De elektrische versie – gevoed door een kleine accu die met een centuur om het middel is gegespt- houdt je met één hand vast, waardoor je de andere hand vrij hebt voor de twijgen.
Gaat sneller, volgens de fabrikant en tijd is immers geld.
Je moet niet iets te hoog knippen, dan heb je geheid ook een vinger in het veld liggen, mocht je de speciale -met ijzer versterkte- handschoenen zijn vergeten.
En het apparaat is niet handig voor het te lijf gaan van de Amerikanen.
Mijn voorsnoeimes houd ik ook met één hand vast. En de handmatige aandrijving zorgt ervoor, dat de vingers gespaard worden.
Elke twee weken rijdt mijn partner met de tractor en vergruizel-apparaat door de rijen, en versnippert de twijgen. Die composteren daarna snel.
Zo geef je terug aan de natuur wat je haar ontnomen hebt. In mijn werk zie je dat wat je neemt, terug hoort te geven aan de natuur, wil je haar niet uitputten.
In een “wegwerp” maatschappij is de verbinding tussen het consumptieartikel en hetgeen moedertje natuur er voor aan moest leveren, onzichtbaar geworden. En staan we er vaak onvoldoende bij stil dat we vooral nemen, en heel weinig aan de natuur teruggeven…
Karen Haanstra is wijnbouwer in Fontjoncouse, Corbières in Zuid-West Frankrijk. Onder de naam “Fontaine des Joncs” produceert zij wijnen van o.a. de Syrah en Carignan-druif. De wijnen van Fontaine des Joncs zijn op dit moment alleen in Frankrijk verkrijgbaar, het wachten is op een importeur die de deuren naar de Nederlandse markt voor haar open zet…
Ed
Reageren? Mail naar me.