September: vaak de oogstmaand bij Karen in Zuid-Frankrijk. Een verslag…
Een paar dagen zon, dagen met harde wind, regenbuien, ochtenden met mist. Kortom: weer dat niet echt bevorderlijk is voor de kwaliteit van de druiven. We willen heel simpel zon en wat wind tot de laatste dag van de oogst.
Een week lang hebben we alle ochtenden mist en een -vochtige- zeewind, en ’s middags warm weer. Van dat broeierige weer waar schimmels van houden. Op sommige trossen witte druiven verschijnen wat aangetaste plekken. Wat moet je dan?
Vroeger oogsten, om de schimmel voor te blijven.
Of de ideale rijpheid afwachten, met het risico dat er rot in de druiven komt.
Een pokerspel, maar er staat wel een heel jaar werken op het spel.
Het beluisteren van de weersberichten is een dagelijkse stressfactor: blijft het mooi, zullen aangekondigde buien onze streek voorbij gaan?
We wachten nog een paar dagen met de oogst van 400 stokken witte druiven. En moeten de helft van de oogst op de grond laten liggen. Want van aangetaste druiven is geen lekkere wijn te maken.
En onze zorgen nemen toe. Want als de witte druiven er nu al zo belabberd bij staan, hoe gaat het dan straks met de rode druiven, die pas over een week goed rijp zullen zijn.
Na nog een paar dagen in de zenuwen, besluiten we met een klein team twee dagen te oogsten in de velden die het meest kwetsbaar zijn. Het potentiële suikergehalte geeft een waarde aan van net twaalf procent alcohol. Mijn partner wordt er moedeloos van.
En dan is er het kleine wonder. Prachtig weer, zon en wat wind.
We kunnen los! Samy, onze drager, kwettert die eerste dag opgewekt met de plukkers, hij heeft er zin in om de oogst binnen te brengen.
“Wanneer je maar wilt, Karen” zegt hij met een stralend gezicht, om de eerste volle emmer in ontvangst te nemen.
“Waar wil je ze hebben?” vraag ik, “op je hoofd?”
“Potver, dat is me nog nooit overkomen, ik ben de korf vergeten”.
En zo slaat de stemming om naar uitgelaten vrolijkheid en er wordt goed doorgewerkt.
En dag na dag vorderen we, alsmaar mooi weer, prachtig rijpe druiven en geen spatje schimmel.
Bij elke karrenvracht neemt het potentieel alcoholgehalte toe. Toen we rond de 12 en een half zaten, zakte er heel wat stress van ons af, daarna dertien, dertien en een half, veertien, veertien en een half.
Mijn partner begint opnieuw zorgelijk te kijken.
“De cijfers zijn me te hoog, bij 15 geeft dat problemen, soms stopt de vergisting spontaan”.
En we halen de vijftien, zestien, en op 22 september wordt zelf 17 gemeten in mijn Marselan-veld.
En zo zitten we met veel meer velden op optimale rijpheid, dan gepland.
Tja, een boer die denkt te kunnen plannen met levend materiaal: dat is een utopie.
Partnerlief blijft die middag in de schuur, om te overleggen met de oenoloog wat de beste strategie is. Gekozen werd om niet per ras apart te vergisten, maar rassen met een hoog potentieel alcohol gehalte te mengen met rassen met een lagere waarde, om zo een gemiddelde van 14 te bereiken.
We vinden nog een paar knippers en in super tempo krijgen we de oogst binnen.
t Zal wel een stevige wijn worden, met zulke suikergehaltes zal hij rond de 14 % alcohol bereiken.
’t Is niet anders, in ons vak kun je alles nog zo mooi willen plannen, je moet pragmatisch blijven.
En nu is het afwachten wat onze “cuve spéciale”, waarin marselan en carignan gezamenlijk vergisten, gaat opleveren.
Karen Haanstra is wijnbouwer in Fontjoncouse, Corbières in Zuid-Frankrijk. Onder de naam “Fontaine des Joncs” produceert zij wijnen van o.a. de Syrah, Carignan en de Chardonnay-druif. De wijnen van Fontaine des Joncs zijn in beginsel alleen in Frankrijk verkrijgbaar, echter op de site van Fontaine des Joncs kunt u HIER informeren naar de verkrijgbaarheid van de wijnen in Nederland.