Pinot Noir, de druif van de koele wijngebieden

Pinot Noir, de druif van de koele wijngebiedenPinot Noir is dé bekende druif van de Côte d’Or.

Pinot Noir, Côtes d’Or, Bourgogne. Alle drie zijn ze verweven met elkaar. Zeg je Bourgogne, dan zeg je Pinot Noir. Natuurlijk zijn er ook wat andere druivenrassen actief in de Bourgogne, maar die zijn niet zo populair als de Pinot Noir.
Vroeger was Gamay ook populair in de Bourgogne, maar vanaf de 20e eeuw is Pinot Noir de heersende druif.
Natuurlijk vind je Pinot Noir niet alleen maar in de Bourgogne. In Frankrijk vind je de Pinot Noir ook in de Elzas, de Champagne, de Savoie en in de Loirevallei. Ook buiten Frankrijk staat Pinot Noir aangeplant.

Pinot Noir, de druif met een dunne schil en weinig tannine

Pinot Noir houdt van een zachte en compacte kalkstenen bodem met een losse bovenlaag van leem of mergel. Pinot Noir houdt ook van voeding, maar mag niet teveel voeding hebben want dan krijg je te veel bladeren en te weinig vruchten. Veel wijnboeren zetten de Pinot Noir op arme grondsoorten. Een goede afwatering is ook van belang, anders groeit de Pinot Noir te weelderig en krijg je meer scheuten dan druiven aan de wijnrank.

Pinot Noir is dol op wat koeler weer, hierdoor geeft de druif meer complexiteit aan de wijn en laat dit druivenras zijn mooie, soms wel krachtige, zuren zien.

Pinot Noir is dol op koel weer

Pinot Noir is gek op koel weer, hier presteert de druif het best. Geef je de Pinot Noir teveel warmte, dan wordt de druif te log en geeft zijn mooie complexe tonen niet vrij. Wel is de Pinot Noir gevoelig voor rot en hoge rendementen, het is een delicaat ras dat goed in toom gehouden moet worden. Bovendien is Pinot Noir niet eenvoudig te vinifiëren en de kans op oxidatie is groot.

Pinot Noir is een heel oud druivenras. Al meer dan zes eeuwen draagt de Pinot Noir zijn naam. Hierdoor is het druivenras gevoelig voor spontane mutaties en veel dorpen in de Bourgogne hadden hun eigen gemuteerde Pinot Noir en de smaak kan hierdoor enorm verschillen en er is geen homogeniteit meer. Nu is er door klonale selectie meer stabiliteit, maar aan de andere kant ook minder diversiteit.

Pinot Noir, de druif van de Côte d'Or, Bourgogne
De Bourgogne is bij uitstek fantastisch voor Pinot Noir. Het koele weer en het perfecte aantal uren zon strelen deze druif. Tel hierbij het fantastische terroir bij op en je krijgt zeer interessante wijnen.

Pinot Noir, de vroege uitloper

Pinot noir is een vroeg druivenras. Het druivenras loopt vroeg uit en rijpt ook vroeg. Gevoelig voor voorjaarsvorst, coulure en millerandage. Is er een mooi en stabiel voorjaar zonder veel aan nachtvorst dan krijg je in beginsel al heel mooie bloesem en bessen aan de plant. Daarna verlangt de Pinot Noir ook nog eens redelijk droog weer en ook niet teveel warmte. De schil is dun en hierdoor is de Pinot Noir gevoelig voor allerlei ziektes. Door de dunne schil van de Pinot Noir geeft de druif ook weinig kleur aan de wijn en weinig tannine.

Heb je een mooi, stabiel en prachtig voorjaar en zomer gehad, dan wil de Pinot Noir ook een lange rijping. Hoe langer de rijping en hoe later de pluk, hoe complexer de wijn.

Kijk ook voor andere druiven op https://www.wijngekken.nl/wijnweetjes/welke-soorten-druiven-zijn-er/