Wijnen van de Pinot Blanc krijgen vaak de typering van allemansvriend. Dat is toch niet helemaal terecht. Een nadere blik op deze bekende druif.
Pinot Blanc is een mutant van de Pinot Gris en daarmee ook verwant aan de Pinot Noir. De oorsprong van de druif ligt in Frankrijk (Bourgogne). De teelt in Frankrijk is vooral geconcentreerd in de Elzas. Verder is deze druif te vinden in Duitsland (Baden, Pfalz, Rheinhessen), Oostenrijk, Italië, Kroatië, Luxemburg en Hongarije. En wat verder weg: Californië, Chili, Uruguay, Argentinië en Australië.
De Pinot Blanc houdt best van een beetje warmte. Droge, warme locaties en een snel opwarmende bodem vindt deze druif wel prettig. Het is een redelijk resistente druif tegen schimmelziekten en nachtvorst. De druif wordt verwerkt tot (uiteraard) witte wijn maar ook mousserende wijn en dessertwijn.
Een algemene typering van wijn uit Pinot Blanc is moeilijk te geven. Dit is sterk afhankelijk van de bodem, klimaat en opbrengst per hectare. Om er dan toch iets over te zeggen: geen expressieve smaak, meer vriendelijk, een smaaktype tussen Chardonnay en Auxerrois komt enigszins in de richting. De term “allemansvriend” zie ik ook veel voorbijkomen. Daarmee doe je de druif in een aantal gevallen toch echt tekort. Onder goede omstandigheden (klimaat/bodem) en zorgvuldige vinificatie zijn zeer goede resultaten te bereiken.
Veel voorkomende synoniemen: Weißer Burgunder (Weissburgunder), Weisser Klevner, Weisser Ruländer, (Duitsland), Blanc de Champagne, Morillon Blanc, Auvernat, Arnaison Blanc (Frankrijk), Pinot Bianco (Italië).