Canaiolo Nero, het vriendje van Sangiovese wordt dit druivenras ook wel genoemd. Canaiolo Nero, het vriendje van Sangiovese die ook vaak met de Sangiovese in de fles zit.
Waar de naam Canaiolo precies vandaan komt, is onduidelijk, al zijn er een tweetal theorieën over. Sommigen zeggen dat het te maken heeft met de periode waarin deze druif begint te kleuren, de zogenaamde dies caniculares, de periode die loopt van eind juli tot midden augustus; anderen zeggen dat het van de Rosa Canina (Hondsroos) komt, vanwege de licht bittere smaak.
Canaiolo Nero, het vriendje van Sangiovese zit veel in Chianti
Canaiolo Nero, het vriendje van Sangiovese wordt hij ook wel genoemd. De origine van deze variëteit is tevens onbekend, al lijkt hij uit Etruskische tijden te stammen en werd hij in ieder geval reeds in de “Trattato dell’Agricoltura” van Pier De’ Crescenzi in 1350 genoemd.
De Canaiolo Nero, het vriendje van Sangiovese, wordt voornamelijk verbouwd in Midden Italië (Toscane, Umbrië en Marken) waar hij ook oorspronkelijk vandaan lijkt te komen.
Canaiolo Nero, het
vriendje van Sangiovese
en Malvasia. Populair in
de Chianti wijnen.
Het is een druivenras
met een dunne schil en met zachte tannine.
De Canaiolo Nero, het vriendje van Sangiovese, is dan ook een essentieel onderdeel van het originele recept van de Chianti. In 1873 besloot Bettino Ricasoli, de maker van de Chianti-blend, dat Canaiolo Nero, het vriendje van Sangiovese moest gaan worden. De Canaiolo moest en zou het beste maatje van Sangiovese daarin zou zijn, samen met Malvasia.
In de loop der tijd is er van alles veranderd, en de Canaiolo heeft om een aantal redenen een minder prominente plaats gekregen dan voorheen, ook in de Chianti blend. Een niet onbelangrijke reden hiervoor is het feit dat het erg lastig bleek om Canaiolo op de Amerikaanse onderstokken te enten na de phylloxera die vele wijngaarden verwoestte aan het einde van de 19e eeuw, waardoor vele Toscaanse wijngaardeniers ervoor kozen deze variëteit niet te herplanten. Ook rijpt de Canaiolo Nero, het vriendje van Sangiovese, later dan vele andere variëteiten en de druiven hebben dunne schilletjes, wat het tevens minder populair maakte bij lokale wijnboeren.
Positieve eigenschappen van deze druif zijn daarentegen de fruitigheid en de zachte tannines die de wijn (vooral de Sangiovese gebruikt in Chianti) zachter en aromatischer maken.
Canaiolo Nero, het vriendje van Sangiovese groeit ook in andere Italiaanse wijngebieden
Deze druivensoort wordt dan nog altijd verbouwd in Midden Italië en is toegestaan in verschillende DOC-wijnen in o.a. Toscane en Umbrië waaronder – naast de Chianti – de Nobile di Montepulciano en de Orvietano Rosso.
Pauline Ninck Blok
Castello di Montegiove
www.castellomontegiove.com